Die ene vreemde cirkel op de arm van mijn moeder
Als kind kon ik er niet vanaf blijven staren: hoog op de bovenarm van mijn moeder, vlak bij haar schouder, zat een klein rond littekentje. Het leek op een ring van piepkleine putjes met in het midden een dieper kuiltje. Waarom dat me zo boeide? Geen flauw idee. Het was gewoon iets dat mijn aandacht trok en daarna langzaam wegzakte naar de achtergrond.
Jaren later dacht ik er eigenlijk nooit meer aan. Dat litteken zat er nog steeds, natuurlijk, maar mijn nieuwsgierigheid was weg. Tot ik op een zomerdag in de trein een oudere vrouw hielp uitstappen. Ze pakte mijn arm vast en ik zag precies zo’n cirkel, op dezelfde plek. En ineens zat ik weer in die kinderlijke verwondering.
Omdat de trein bijna vertrok, kon ik niet vragen waar het vandaan kwam. Dus belde ik mijn moeder. Die herinnerde me eraan dat ze het al vaker had verteld — blijkbaar had mijn brein het elke keer weer gewist. Het bleek het litteken van de pokkenprik. Simpel en logisch, maar het was nooit blijven hangen.
Wat pokken met mensen aanrichtte
Pokken was ooit een beruchte, zeer besmettelijke virusziekte. Je kreeg hoge koorts en een uitgebreide uitslag die vaak littekens achterliet. Tijdens de zwaarste uitbraken in de 20e eeuw overleed naar schatting drie op de tien patiënten, volgens de Centers for Disease Control and Prevention. Mensen die het overleefden, hielden vaak blijvende sporen in hun gezicht en op hun lichaam.

Van prik voor iedereen naar een stille aftocht
Een grootschalige vaccinatiecampagne maakte uiteindelijk het verschil. In de Verenigde Staten werd het virus in 1952 als verdwenen beschouwd, en in 1972 verdween de pokkenprik uit het standaardprogramma. Tot begin jaren zeventig kreeg vrijwel elk kind die vaccinatie. Het zichtbare resultaat? Een herkenbaar litteken. Je zou het bijna een vroeg soort “vaccinatiepaspoort” kunnen noemen: je arm liet zien dat je beschermd was.
Waarom juist het pokkenvaccin een litteken gaf
Wat maakte dit vaccin zo berucht om dat merkteken? Dat zat vooral in de manier van toedienen en hoe de huid daarna genas. In plaats van één prik, zoals je nu vaak krijgt, gebruikten ze een speciale bifurcated needle — een naald met twee puntjes. Daarmee werd het vaccin meerdere keren vlak onder het huidoppervlak aangebracht.
Die reeks kleine prikjes bracht het vaccin in de lederhuid, net onder de opperhuid. Daar kon het verzwakte virus zich kort vermenigvuldigen. Eerst ontstonden er ronde bultjes, die veranderden in kleine met vocht gevulde blaasjes. Die gingen open, droogden in en vormden een korst. Als die korst eraf viel, bleef die typische cirkel over: een patroon van putjes met vaak een iets dieper kuiltje in het midden.
Dat litteken was geen ongelukje, maar een rechtstreeks gevolg van de beoogde lokale immuunreactie. Je lichaam deed zijn werk, ruimde het vaccin op en herstelde de huid — alleen liet dat herstel in dit geval een blijvende handtekening achter. Bij de één duidelijk aanwezig, bij de ander subtieler, maar de vorm en plek waren opvallend gelijk.
Een hele lichting met hetzelfde stempeltje
Als je mensen vraagt die vóór 1972 zijn geboren om hun bovenarm te laten zien, herken je het meteen. Meestal zit het hoog op de arm, dicht bij de schouder, en oogt het als een klein rond veldje met inkepingen. Mijn moeder heeft het, net als bijna al haar leeftijdsgenoten. En die oudere vrouw in de trein droeg hetzelfde stille bewijs van een wereldwijde gezondheidsinspanning.
Zie jij het bij jezelf of iemand in je omgeving?
Misschien heb jij er ook één, of ken je iemand met zo’n cirkeltje. Achter dat kleine litteken schuilt een groot verhaal: een ziekte die generaties lang angst inboezemde, en een vaccinatiecampagne die haar uiteindelijk tot stilstand bracht. Een bescheiden merkteken, maar met enorme historische betekenis.



