Veel mensen vragen zich af of het ’s nachts uitzetten van de verwarming echt energie bespaart. Het idee is aantrekkelijk om zo de energiekosten te verlagen, maar experts verschillen van mening over de effectiviteit ervan. Wat is nu beter: de thermostaat de hele nacht op een constante temperatuur houden of lager zetten zodra je naar bed gaat?
Er is een veelgehoorde misvatting dat het uitzetten van de verwarming je huis zo koud maakt dat het extra energie kost om het ’s ochtends weer op temperatuur te krijgen. Anderen menen juist dat je meer energie verbruikt als je de verwarming aan laat staan tijdens de nacht. Wat is nu waar?
Hoeveel warmte je huis verliest, hangt vooral af van hoe goed het is geïsoleerd en het temperatuurverschil tussen binnen en buiten. Hoe groter dit verschil, hoe meer warmte er ontsnapt. Dit gebeurt of je de verwarming nu aan of uit hebt staan. In het algemeen geldt: hoe warmer je huis, hoe meer warmte verloren gaat, wat betekent dat het constant aanhouden van de verwarming meer energie vereist.
Er kleven dus nadelen aan het helemaal uitzetten van de verwarming tijdens de nacht. Een koeler huis heeft langer nodig om weer op te warmen, en het is niet prettig om ’s ochtends in een koud huis wakker te worden. Comfort speelt hier dus ook een rol in je beslissing.
Warm houden of niet?
Een betere aanpak is meestal om de thermostaat ’s nachts naar beneden te draaien, maar niet helemaal uit te zetten. Voor veel huizen ligt een nachtelijke temperatuur van zo’n 15 graden goed. Dit bespaart wat energie, terwijl het niet té koud wordt binnen. Het kost minder energie om vanaf deze temperatuur op te warmen dan wanneer je de verwarming constant hoog zou laten.
Bij vloerverwarming is het verstandig om ’s nachts de temperatuur niet te veel te verlagen. Voor gasgestookte vloerverwarming is het advies om het op ongeveer 17 graden te houden. Een warmtepomp zal efficiënter werken bij een stabiele temperatuur. Voor een warmtepomp kost het meer energie om steeds op te warmen dan om de ingestelde temperatuur te handhaven.
Het bouwjaar van je huis heeft ook invloed op hoe je het beste kunt stoken. Woningen van voor 1994 zijn meestal minder goed geïsoleerd, waardoor het in de nacht veel uit kan maken de temperatuur wat verder te verlagen. Recente woningen na 1994 hebben doorgaans betere isolatie, waarbij een lichte verlaging van 2 tot 4 graden vaak al genoeg is. Bij strenge vorst kun je beter maar 1 tot 2 graden verlagen.
Goede isolatie is daadwerkelijk cruciaal voor een energiezuinig huis. Goed geïsoleerde huizen houden de warmte beter vast, wat bijdraagt aan een lager energieverbruik. Bij woningen met minder goede isolatie kan bijvoorbeeld spouwmuurisolatie of dakisolatie het warmteverlies verminderen en zo helpen om de verwarming minder hard te laten werken.
Als je energie wilt besparen zonder aan comfort in te boeten, zijn er een paar handige tips: zorg dat de thermostaat niet onder de 15 graden komt bij standaard cv-installaties, maak gebruik van een programmeerbare thermostaat en zorg ervoor dat kieren en naden goed zijn afgesloten.
Een koelere slaapkamer kan ook voordelen hebben voor je gezondheid, zoals beter slapen. Een omgevingstemperatuur van 16 tot 18 graden bevordert diepe slaap en kan zelfs je immuunsysteem versterken.
Over het algemeen is het efficiënter om de temperatuur ’s nachts te verlagen, maar hoeveel precies hangt af van je woning en wat je prettig vindt. Goede isolatie, slim omgaan met de thermostaat en bewust zijn van je energieverbruik kunnen veel verschil maken voor zowel je energierekening als je comfort thuis.
